donderdag, januari 25, 2007

De Pers: Vrijheid van keuze

Sinds dinsdag 23 januari is ‘hij’ er, de nieuwe gratis krant. Bijzonder. Niet omdat De Pers gratis is, maar omdat er veel gerenommeerde journalisten aan meewerken én gratis is.
Die combinatie zorgde voor een spraakmakende aanloop. De aankondiging van de initiatiefnemers dat Nederland op een mooi nieuw dagblad kan rekenen leidde en leidt tot veel cynisme. Met als algemene teneur: dat kan niet.
Mooi kan velerlei uitleg krijgen, maar van meet af aan was mij duidelijk dat hier zowel het fysiek als de inhoud werd bedoeld. Dat schept, zoals eerder gezegd, hoge verwachtingen. Op de voorpagina van het eerste nummer probeert de redactie die verwachtingen te temperen. Onder de kop “nieuwe krant; gratis maar niet goedkoop” wordt afstand genomen van pretenties en de nadruk gelegd op ambities. Ambities waar men bescheiden een termijn van een aantal maanden voor vraagt voordat die naar het inzicht van de makers – nagenoeg – 100% zijn vervuld. Een opening die de wind uit de zeilen van de tegenstrevers dient te nemen. Maar is dat nodig?

Na drie dagen doorbladeren blijkt De Pers visueel een rustig en evenwichtig product. Aangenaam om naar te kijken. Lezen valt ook helemaal niet tegen. In eerste instantie ben je geneigd op te merken dat deze krant inhoudelijk niet veel of eigenlijk niets afwijkt van het geen je in de kranten waarvoor je wel moet betalen leest. Als je daar nog een keer over nadenkt, dan is dat eigenlijk een groot compliment. Wat mij zelf in positieve zin opvalt, is dat de makers er in slagen om op het tabloid formaat het gevoel te creëren dat bij het lezen van een broadsheet versie hoort. Meerdere items en artikelen op een pagina, wat je als lezer het gevoel geeft dat er op de pagina van alles te vinden en dus te kiezen om te lezen is. Persoonlijk vind ik dat het grote voordeel van een braodsheet krant. Hoewel het tabloid formaat qua handzaamheid te prefereren valt, heb ik met de manier waarop Parool en AD dat hebben ingevuld nog altijd een ontheemd gevoel. Het lijken wel geen kranten meer te zijn. Ik had mij er al mee verzoend dat dit kennelijk het te wijten neveneffect van het tabloid formaat is, In Metro en Spits speelt dat veel minder door een heel andere invulling die daar redactioneel (!?) voor gekozen is.

Op de voor reacties opengestelde pagina van De nieuwe Reporter meldt iemand “ook in de trein zelf slingerden alleen Metro's en Spitsen rond.” Een opmerking in het kader van de veronderstelde matige distributie van De Pers. Maar ook dat kan even goed als een compliment worden opgevat. Misschien wordt deze gratis krant zo waardevol bevonden, dat het ‘zonde’ is om ‘m achter te laten, om – zoals een ander opmerkt – de krant later uit te lezen.
Kortom ;-), de eerste kennismaking met De Pers valt niet tegen. Integendeel. Gezien de ambities mogen de verwachtingen dan ook hoog gespannen blijven. In afwachting van de eerste cijfers die inzicht verstrekken in het lezerprofiel.



Het is te hopen voor De Pers dat adverteerders en hun adviseurs deze keuze mogelijkheid ook herkennen en waarderen. De advertentiebezetting is nog wat dun. Je kunt goed stellen dat die situatie deze titel op korte termijn juist heel aantrekkelijk maakt.

dinsdag, januari 23, 2007

PO: Gewaardeerde herverkaveling, geslaagd?

De 100e post op deze weblog. Proost.

Dat vraagt natuurlijk om een beschouwende terugblik. Die laat ik bij nadere beschouwing graag aan iemand anders. Wel is het tijd terug te komen op deze post van 25 juli vorig jaar. Daarin liet ik mij sceptisch uit over de wijze waarop de PO voornemens was de 3 TV-netten opnieuw in te delen. Het idee was om de netten om te toveren tot een soort doelgroep zenders. Of dat specifieke doel nu geslaagd is, dat laat ik hier even terzijde. Een ander niet minder belangrijk doel was natuurlijk om verloren gegaan marktaandeel-terrein terug te winnen op de Commerciële zenders. Is dat gelukt?

Om te beginnen een sub sub doelstelling met belangrijke uitstraling. Sinds de net-‘revamping’ van 4 september lezen wij wekelijks in de vakmail en –pers dat Nederland 1 de zender met het hoogste marktaandeel is. Iedere week weer: marktleider. Daar blijkt heel duidelijk een positieve werking van uit te gaan. Het geeft veel mensen in de branche, die niet regelmatig deze cijfers in een bredere en historische context bekijken, het idee dat het heel goed gaat met de PO. In zekere zin kan je dat dus als een succes aanduiden.
In termen van marktaandelen bijkt de PO echter niet veel opgeschoten. Dat komt omdat – vooral – Nederlands 2 een enorme marktaandeel aderlating heeft ondergaan. Per saldo levert dat dus een onveranderd PO-score op na 5 maanden nieuwe zenderindeling.

De resultaten van vier min of meer willekeurige weken van het afgelopen jaar (bron: SKO):

Week 3 2006 PO 32,2% marktaandeel
Week 20 2006 PO 33,5%
Week 44 2006 PO 33,4%
Week 3 2007 PO 32,6%

Het mag duidelijk zijn. De conclusie die ik hier op zijn best over kan trekken is dat de kijkers van de Publike Omroep er goed in geslaagd zijn om hun programma’s te volgen in de nieuwe plaatsing. Wat niet duidelijk wordt is of er ook nieuwe kijkergroepen worden getrokken (meer jongeren, hoger opgeleiden)? Dat waag ik te betwijfelen. Het is natuurlijk nog te vroeg om concluderen dat de operatie nu is mislukt. Aan het eind van 2007 moet dat echter wel duidelijk zijn.
Weer die tijd!

maandag, januari 22, 2007

OPINIO



In krantenland is van alles aan de hand. Gelukkig is er ook aandacht voor de inhoud van de krant. Niet alleen voor oplage, hoewel daar in beginsel niets mis mee is. Vandaag kijken wij reikhalzend uit naar morgen, de dag van De Pers. Na alle aandacht die het tot standkomen van dat eerste nummer in de media heeft gehad, zijn de verwachtingen hoog gespannen. Hoog gespannen verwachtingen zijn moeilijk waar te maken. Dat blijkt maar al te vaak.
Maar nog voor dat we “los kunnen gaan” op de Pers, was daar eerst afgelopen weekend reeds Opinio. Aangekondigd als een opinieblad. Het blijkt maar, wanneer je werkzaam bent in de mediawereld, dat betekenissen je snel op het verkeerde ben zetten. Bij blad denk ik nu eenmaal automatisch aan een uitgave in een magazine of tijdschrift format. Zo kon het dat ik Opinio wel twee dagen volstrekt kon negeren. Ik deed het oranje-roze krantje zonder aandacht af als het 1 of ander huis aan huis krantje. Pas toen ik zondagochtend nog eens door de opgehoopte stapel post van de voorgaande dagen ‘liep’, en er uit Opinio een enveloppe met daarop nogmaals die titel viel, bemerkte ik mijn vergissing. Het is dan ook wel even heel wat anders dan wij de afgelopen – pak weg – 15 jaar gewend zijn. Glossy is de norm, waarin beeld een voorname, zo niet overheersende rol speelt. Niets van dat al bij Opinio.


16 pagina’s met louter tekst. Met als aftrap ‘let’s start a magazine’(?). Formaat tabloid. Zelfs een nietje ontbreekt. Nu ben ik als fervent lezer niet vies van een lap tekst, en in het licht van voorgaande beschrijving zijn 16 pagina’s te overzien. Met andere woorden, ik ben aan het lezen geslagen.
Bij benadering heb ik 60% gelezen. De langere stukken konden niet tot het eind beklijven. Zou de beeldcultuur van de afgelopen decennia toch zijn tol eisen?
Toen ik ophield met lezen bleef ik zitten met een vervreemd gevoel. Een veelheid aan meningen en observaties was gepasseerd, alsof je een serie ‘weblogs’ op papier tot je hebt genomen. In elk geval een gevoel dat deze opzet op de 1 of andere manier ver af staat van de aanduiding opinie magazine. Het is waarschijnlijk een kwestie van wennen. Aan de andere kant, goed beschouwd is het zeldzaam dat ik een opinieblad voor 60-70% door’lees’. Het helemaal doorbladeren is al heel wat.

Wat het wennen betreft, is de vraag hoe lang ik daar de tijd voor ga krijgen. Goed, abonneren is in eerste instantie geen onoverkomelijke investering: 25 Euro voor het eerste half jaar. Dan is het wel noodzakelijk dat er snel een flink aantal genoteerd kunnen worden. Want met deze papierkwaliteit en kleur zie ik de ‘grote’ adverteerders nog niet in de rij staan. Misschien hoeft dat ook niet, want het produceren van dit weekblad zal vast te overzien zijn qua kosten.
De tijd zal ook dit leren.Dan die titel. Opinio. Het gaf en geeft mij geen warm gevoel. Ik bedacht dat lang geleden een tijdje in de mode was om sommige leeftijdgenoten te begroeten met Jappio. Was ook niet heel positief. Eh, Pinokkio? Ach, die tijd. Alles went.

dinsdag, januari 16, 2007

Cees plays Cruyff?

In het Cebuconieuws van December blikt Cees Polman terug op 2006. Hij blijkt verbaasd over opgewonden kritiek op zijn constatering, eerder dat jaar, dat oplage als graadmeter een gepasseerd station is. Ik ben wel zo ijdel te denken dat hij verwijst naar mijn weblog. Was dat opgewonden? Meer verontwaardigt! Maar dat ligt dicht bij elkaar, dat geef ik toe.

Waar komt die reactie van mij dan vandaan? Ik zou zeggen uit een gebrek aan duidelijkheid over het alternatief voor de oplage cijfers, althans in relatie tot een afreken-model met adverteerders.

In de December column geeft Polman aan dat hij van mening is ‘ dat cijfers niet zo belangrijk zijn, maar dat het vooral erom gaat hoe wij als communicatiebranche met ons vak omgaan. Oplage is maat 1 radertje in het grote geheel dat de performance van een medium bepaalt. Het is bovendien niet het meest interessante gegeven voor de adverteerder’, zo lees ik. ‘Het Cebuco wil graag verder kijken dan het papier dat de drukkerij verlaat. De gezamenlijke uitgevers steken veel tijd en in onderzoek. Naar bereik, en naar allerlei door communicatie ontstane effecten. Er loopt dan ook momenteel een project dat effecten van advertenties in kranten op verkopen op de winkelvloer wil meten.’ Cees is vervolgens benieuwd naar mijn reactie?

Op wenken bedienen, zo is deze ‘post’ dan wel te betitelen.

In eerdere posts heb ik mijn mening al gegeven over bereikcijfers en de hardheid daarvan. Over effecten heb ik het nog niet gehad.

In essentie heeft Polman natuurlijk gelijk, effecten zijn voor adverteerders aan het eind van de dag het belangrijkst in de beoordeling of de activiteiten een bevredigend resultaat hebben. Probleempjes zijn alleen wel dat die gewenste effecten niet eenduidig zijn. Dat ieder campagne op zich staat. Dat creativiteit een niet te vangen variabele is. En, dat per definitie interesse van de ontvanger van de boodschap – in geval van de RRO de ondervraagde – doorslaggevend is voor ‘het effect’ van advertenties. Gemiddelden uit RRO’s zijn dus volstrekt niet hard. Sla er het oude ‘Reclame resultaten meten’ van ex-collega Jan Stapel maar eens op na. De range in uitkomsten is enorm breed. Als de uitkomst van ‘het project’ is dat in de toekomst garanties aan adverteerders zullen worden gegeven, dan is dat ongetwijfeld zeer welkom.

Pagina 2 van het Cebuco december nieuws maakt echter duidelijk dat het streven anders is. Bij de goede voornemens over 2007 lees ik op #1: “Bereik wordt de currency waarop afgerekend wordt.”

Tja, daar was ik dus al die tijd al bang voor. Mijn vraag luidt dan; wat voor bereik? Cees Polman heeft zich vast laten inspireren door de Cruyff-klassieker: "Als ik had gewild dat je het begreep, dan had ik het wel duidelijker uitgelegd!"

maandag, januari 15, 2007

Geen getoeter!



Vandaag lees ik dat afgelopen zaterdag Michael Brecker is overleden. De man werd slechts 57 jaar.

Ik maakte kennis met Michael Brecker in 1975. Ik was ‘into’ jazzrock. Speed gitaren, huppelpluk bassen, wervelende toetsen en denderende drumpartijen waren op dat moment favoriet. Blazers waren geheel buiten de orde. Soul had haar goede naam verloren aan disco. Blazers waren ‘not done’ of, zoals wij dat in ons jeugdig, ongenuanceerd jargon afdeden: “ Toeters, bah”.
De recensie van de eerste elpee van de Brecker Brothers in Oor bracht dit oordeel spectaculair ten val. Binnen een week na het lezen van de recensie lag de plaat op de draaitafel, om daar lange tijd te verblijven en later regelmatig terug te keren. Mijn eerste aanvaring met de funk. Dankzij deze plaat kwam ook mijn diep begraven liefde voor de spetterende 60’s-Soul weer tot leven. Dat heeft voor vele mooie ontdekkingen gezorgd.
Na het uiteenvallen van de Brecker Bros. gingen broers Michael en Randy ieder hun weg. Vooral Michael kreeg vaak het verwijt van arty-farty gedrag in zijn pogen om de grootheid van John Coltrane te benaderen. Die inspanningen waren vooral een eerbetoon aan zijn voorbeeld, maar zijn invloeden waren veel breder. Ook uit de popmuziek. Dat zorgt er voor dat die eerste Brecker Bros. plaat zo’n spetterend karakter heeft. Van harte aanbevolen, ook nog vandaag de dag aan iedereen met een iets bredere muzikale horizon. Doe je zelf een plezier!

Pop prijzen!

Na Lijsten volgen prijzen? Niet te veel hoop ik, nadat Spinvis de 21e Popprijs(?) heeft gewonnen. Maar er zijn gelukkig ook nuttuge prijzen! Zo is Revolver Magazine voor gedragen voor de Publieksprijs (2007) voor het beste nieuwe tijdschrift.
De concurrentie bestaat uit illustere titels als DivaDonna, de Piraat en Wraf, Triv' en Winq. Om er een hand vol te noemen. k bedoel maar, gelopen koers zou je denken. Ik althans, want een muziekblad met zoveel kunde en liefde gemaakt verdient dat natuurlijk.

Maar dat denken al die andere liefhebbers, van andere titels, natuurlijk ook. Ik heb natuurlijk al gestemd. Mijn oproep; help Revolver Magazine 2007 door in plaats van 6 nummers in 2006, willen zij er nu 10 in 2007 uitgeven. Alleen dat verdient al een prijs.

donderdag, januari 11, 2007

List-O-Mania 4 De Ultieme lijst

Eigenlijk al verraden, maar voor wie het niet weet, hij bestaat. De lijst-aller-lijsten. Althans, geldig tot circa het eind van de vorige eeuw. Je vindt hem hier (waar anders?). Er valt aan die pagina niet zo heel erg veel meer toe te voegen. Veel van de tekst uit het januari-februari 2000 nummer van Heaven is hier overgenomen. Ik weet nog hoe dankbaar ik indertijd was ;-). Deze lijst bespaarde mij een lang gekoesterd plan uit te voeren. Bovendien omvatte deze inspanning ook nog eens meer lijsten dan ik indertijd in mijn bezit had. Toch is er een goede reden om de Top 10 hier nog even te herhalen. Uit de Heaven wel te verstaan, want de beheerders van ‘muzieklijstjes.nl” hebben in hun wijsheid gemeend een andere telling aan te houden. En dat leert dan weer dat er toch echt niet zoiets bestaat als een allerbeste. Hooguit een “blik” topkwaliteit. Heaven tekende indertijd de volgende 10 op:

What’s going on - Marvin Gaye
Velvet Underground & Nico
Revolver - Beatles
Exile on Main street - Rolling Stones
Never mind the bollocks - Sex Pistols
Pet sounds - Beach Boys
Blonde on blonde - Bob Dylan
Astral Weeks - Van Morrison
London Calling - Clash

Het is op het eerste gezicht een prettig gevarieerd lijstje. Tot je bedenkt (weet) dat 6 albums uit de 60’s stammen en de overige 4 uit de 70’s. Dat, is dan toch weer een tikje…onbevredigend. Het eerste 80’s album op 13 (Prince – Sign ‘o’ the times) en het eerste 90’s album op 20: Nevermind Nirvana. Wat roepen wij lijst liefhebbers dan? Tijd voor een eigen lijst!?

zondag, januari 07, 2007

Is er een beste Britse band ooit?



In de vorige ‘post’ nam ik afstand van de vermeende keus van Queen tot bovenstaande titel. Een voorselectie uit 5.000 reacties die leidt tot een shortlist van 5 genomineerden waar vervolgens 20.000 stemmen op worden uitgebracht is een onaanvaardbare procedure. Omdat er echter de merknaam BBC aan vast geplakt wordt, slikt de rest van de wereld deze verkiezing als zoete koek (hoe zou een muzikale variant daarop luiden?).
Op zijn best: de beste Britse band volgens diegenen die meededen aan de BBC Radio 2 uitverkiezing. Het zou mij niet verbazen als zich daar heel veel fanclub leden van ‘Freddy & Co.” Voor hebben laten mobiliseren.
Waar komt dit gebrek aan acceptatie bij mij vandaan? Lijstjes, daar klamp ik mij aan vast.
Om te beginnen het eerder genoemde boek van Colin Larkin “All time top 1000 Albums”.
The Beatles hebben naast de nummer 1 positie in dit boek nog 3 albums in de top-10 van deze lijst. The Rolling Stones komen tot 3 Albums in de Top 100, maar Queen vinden wij niet onder de eerste 95 vermeldingen in deze lijst.


In de Rolling Stone 500 Greatest Albums of All Time (een Amerikaanse lijst!) opnieuw 4 Beatles albums in de Top 10, waaronder op #1. De Rolling Stones 4 noteringen bij de eerste 100, waarvan 1 bij de eerste 10. Queen? Bij deze 500 niet gezien.
Vooruitlopend op mijn beoogde laatste “List-O-Mania # 4”-post, de ultieme 100 van de 20e eeuw; Geen Queen bij de eerste 100. De eerste Beatle-plaat op 3 en nog 4 bij die100. De eerste Rolling Stones’ op 4 en drie (3) andere noteringen.
Om nog maar eens een bekende album titel te parafraseren; “zoveel lijsten kunnen geen ongelijk hebben”. Queen is echt niet de beste Britse band ooit. Klaar.

Wie dan wel? Gebaseerd op de lijsten dus onmiskenbaar die Beatles. Geen koning maar een keizerpositie, waarvan Queen de slippen nog niet mag dragen.
Maar onbevredigend is het wel. Want ondanks het feit dat de muziek van de Beatles nog altijd niet verveeld, hun muzikale invloed op wat er daarna in de ‘pop’ muziek is gebeurd onbenoembaar groot is geweest; het is al zo lang geleden. Krap 10 jaar heeft het Beatle-tijdperk geduurd. In 1970 was het afgelopen, en de bepalende albums zijn opgenomen in slechts 5 jaar!

Leuker en bevredigender is het om te kijken per decennium dat volgt. Kiezen is dan nog moeilijk genoeg.
Mijn Keuze:

De 70’s Roxy Music (of toch Pink Floyd?)

De 80’s the Smiths (Squeeze, heel dicht op de hielen)

De 90’s ex-equo Radiohead en Massive Attack

Brits, en Bands, dat zijn de criteria Daarom geen John Cale en Elvis Costello of David Bowie hier. Dat scheelde iets.Vanzelfsprekend staat het iedereen vrij deze namen te betwisten!

donderdag, januari 04, 2007

Nog heet van De Pers!


Regels zijn er om je zo nu en dan aan te onttrekken. Zeker als het je eigen regels zijn.

Op De Nieuwe Reporter scan ik zojuist de eerste blikken op de aanblik en mogelijke inhoud van
De Pers. Het zijn de beelden van een proef nummer, maar daarom juist razend interessant voor alle media geinteresseerden!

Kijken! En lezen!

dinsdag, januari 02, 2007

List’O’Mania 3


Nergens vindt je een sterkere traditie naar lijstjes, als het op muziek aankomt, als in de UK. Daar worden zelfs boeken uitgegeven, en niet zo weinig, die zich beperken tot lijstjes. Het zelfbewustzijn wordt doorgaans zonder enige schaamte gekieteld.

Headline van vandaag: Queen uitgeroepen tot de beste band aller tijden!

Nu, los van de vraag of het werkelijk zo is, blijkt het niet zo te zijn. Het gaat hier om de uitkomst van een BBC Radio 2 vraag naar “best British band ever?”
Nu zou ik daar nog wel mee kunnen leven, zeker toen ik las dat de Beatles ‘maar’ 400 stemmen te kort kwamen. Het bevestigt nog maar weer eens, dat de luisteraars naar publieke zenders niet van deze tijd zijn. ;-)

De rest van de rij: Rolling Stones, Oasis en Take That!?

Gebaseerd op 20.000 participerende luisteraars? Die de bandjes beoordeelde op tekst, muziek, optreden en originaliteit???
?’s All around and in my head.

Maar eens even gekeken bij de BBC wat hier aan de hand is. Het blijkt genuanceerder. Meer dan 5.000!!! luisteraars noemden vooraf een Band. Daaruit werd een shortlist van bovengenoemde 5 gedistilleerd, en daar hebben zich dan weer 20.000 mensen over uitgesproken. Voor de goede orde: 5 en 20.000 van de pakweg 61 miljoen Groot-Britten!
Leuke lijst (?) dus, zonder enige betekenis. Gelukkig. Queen is zeker NIET de beste band aller tijden. Minstens zo gelukkig, ook Take That niet.

Curieus is dan op de zelfde pagina de ‘Radio 2 Top 100 Albums’ over de afgelopen 50 jaar. Op 1? Sergeant Pepper’s. Pas op de 9e plaats het beruchte ‘A night at the Opera’? Een sterk staaltje consumer generated content, dit lijstje. Dat wel.