Mosterd na de maaltijd? Beetje wel. Ik had het echter uit het hart geschreven, en na enige bewerking toch maar publiceren.
Ik had al besloten geen aandacht te besteden aan de kruistocht van Joost Ravoo van de NS. Voor
wie de afgelopen weken op vakantie is geweest in een notendop; naar aanleiding van een woordenwisseling op Geen Stijl is Ravoo daar voor Goebbels uitgemaakt. Niet fijn. Op zijn zachtst. Maar het is dan ook Geen Stijl. Ravoo wilde het er niet bij laten zitten en is via BVA en een eigen queeste, uit op het “Kalt stellen” van dubieuze sites, Geen Stijl voorop.
Joost Ravoo – niet zo lang geleden marketeer van het jaar - heeft de afgelopen weken op de verschillende forums niets aan aandacht te kort gekregen. Daarom zou ik er niet over schrijven. Nu publiceert Adformatie in # 32/33 echter een rondvraag over het onderwerp. Wat mij toch over de streep getrokken heeft is het volgende wat werd opgetekend namens Ravoo:
“Adverteerders moeten zicht hebben op wat zij aan mediaruimte inkopen. Je wilt met je advertentie toch niet in een bedenkelijk Umfeld staan? De sleutel om de selectie van websites te beheren zou bij de mediabureaus moeten komen te liggen. ….”
Wat de eerste zin betreft, ik kan niet bedenken dat er adverteerders zijn die dat zicht niet hebben. Op wat zij inkopen. Doorgaans weten zij exact om welke titels, zenders en zelfs blokken op zenders het gaat. Logisch. Internet is inderdaad misschien iets minder doorzichtig, maar adverteerders krijgen ook daarvoor vooraf een plan met site titels. Nu kan het argument zijn dat het ondoenlijk is om al die sites iedere dag door te lezen. Maar dat gaat op voor alle media. Ravoo en zijn communicatie afdeling zijn hoogst waarschijnlijk – ook – niet in staat om van alles in alle andere media kennis te nemen. Je zou overigens wel verwachten dat oplettende marketeers weet hebben van Geen Stijl.
Dan is er de definitie van bedenkelijk. Die zou dienen te worden vastgelegd in een gedragscode. Voor hen die publiceren en voor degenen die moeten beoordelen? Dat zal een boekwerk worden. Want woorden en contexten zijn multi interpretabel. Onbegonnen werk.
Tot slot de toebedeelde rol aan mediabureaus. Welja, ga die maar opzadelen met het beheer van de interpretaties. Ik bedoel natuurlijk van niet, maar nog terwijl ik het opschrijf denk ik “ja, wel”. Wat een mooie mogelijkheid om hier een riante afdeling voor in te richten. Dat wordt goed verdienen. Het mag duidelijk zijn dat zoiets niet uit een percentage kan. Zelfs nog niet uit de volle 15%. Sterker, in die afdeling zie ik een noodzaak voor een hoog juridisch gehalte. Daar horen dito uur tarieven bij.
Na enkele dagen bezinken, heb ik op de rest van mijn tekst zelf censuur toegepast. Uit de band vliegen is immers zo gebeurd, en al helemaal in mijn eigen Wereld. Vind ik. Beste Joost Ravoo, volg mijn voorbeeld. De nu foor jou ingeslagen weg is heilloos. Je gelijk halen over de rug van anderen is niet anders te karakteriseren dan: stijlloos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten