Het kan raar lopen. Al jaren ontvang ik op de eerste zaterdag van de maand M bij het NRC. Kijk ik er vandaag voor de eerste keer naar uit. Is het magazine niet met de krant gearriveerd! Dat zal toch niet zo hebben moeten zijn?
Van de weeromstuit dan maar eens interMezzo – zaterdag bijlage van de Volkskrant - gelezen. Onder andere de bewerking van het log van Joris Luyendijk. Wie is Joris? Geen idee, hij blijkt Zomergasten dit jaar te ‘presenteren’. De reden om er hier aandacht aan te besteden is dat hij treffend weergaf hoe de NL-media opereren. In zijn bijdrage van 1 augustus schetst hij zijn ervaring met een oneindig lijkende stroom vertegenwoordigers van verschillende media. Ik citeer:
“Mensen wat zijn er veel media, en zij stelden vrijwel zonder uitzondering dezelfde vijf vragen: Wat ging er door je heen toen ze je vroegen voor Zomergasten, waarom hebben ze jou gevraagd, wat zou je zelf aan fragmenten willen zien, op welke gast verheug je je het meest en wat ga je na Zomergasten doen?
Dat is confronterend hoor, om te merken dat vrijwel alle media dezelfde vragen beantwoord willen zien. Zoals bekend werken alle media met formats en formules waaraan ieder artikel moet voldoen zodat dit past bij de doelgroep. Kennelijk is Nederland één grote doelgroep.
Of zou het kunnen dat als je mensen alleen nog maar de keuze biedt uit acht soorten pindakaas, ze inderdaad na een tijdje niet meer zullen vragen om jam en kaas, simpelweg omdat ze daarvan het bestaan niet eens vermoeden? Ik overdrijf.”
Nou, nee hoor Joris. Wat je constateert is bijzonder herkenbaar. Kijk maar eens hoe het merendeel van de magazines (vrouwenweekbladen en life-style titels in elkaar steken. Het verschil zit ‘m vooral in waar de onderdelen geplaatst worden. Nu ja, ik vond het goed aansluiten bij het “Niet dikker, maar dunner” betoog.
Het heeft er verder niks mee te maken, maar voor de leuk, als in “wat staat daar eigenlijk?”.
Kop op de voorpagina van de Volkskrant: “Arts-toerist biedt vaak matige hulp”.
Ik las er in dat artsen in Nederland de hier verblijvende toeristen niet zo goed van dienst zijn.
Shirley dacht echter dat artsen die geen dienst hebben – op vakantie zijn – hun mond vaak dicht houden als er in hun buurt voorvallen zijn die eigenlijk om hun hulp vragen.
Het is natuurlijk iets heel anders. Het gaat om “een stroom artsen die op eigen initiatief een aantal weken in ontwikkelingslanden gaan werken. Hun gedrag en gebrek aan ervaring berokkenen de gezondheidszorg in die landen schade. Dus er moet een ‘code’ komen.
Typisch geval van het is niet goed of het deugt niet. Maar deze keer dus toch nog grappig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten