donderdag, juli 06, 2006

Journalist, wie of wat is dat?

In de NRC.next van woensdag 5 juli staat een aardig hoofd redactioneel (voorpagina) artikel met de krachtige titel “Journalistiek, dat kan toch iedereen”.

De vraag die expliciet wordt gesteld wordt impliciet ontkennend beantwoord. Zeker door de geplaatste aanverwante artikelen. Het is al een tijd een hot item voor de echte journalist. Echt verrast was ik dan ook niet dat ik diezelfde dag door De Nieuwe Reporter op het spoor werd gezet van een artikel in Trouw met een min of meer zelfde strekking.

Het mag duidelijk zijn, Journalisten voelen zich bedreigd. Vooroplopend in de weblog ontwikkeling hebben zij een “publicatie-beest”in de samenleving los gemaakt dat onstuitbaar lijkt. Sommige media geleerden vrezen zelfs dat de weblog hausse tot gevolg heeft dat lezers hun informatie primair aan deze bronnen gaan ontlenen. Persoonlijk lijkt mij dat sterk. Ondenkbaar zelfs. Maar dat terzijde.

Belangrijke aspecten bij de beoordeling van journalistiek gehalte zijn schrijfstijl en bovenal betrouwbaarheid. Dat laatste dient een journalist te waarborgen door waarheidszoekend te zijn, de feiten te checken en hoor en wederhoor toe te passen.
Heel anders dan bij al die burger journalisten en loggers die “waarnemingen, opinies, roddels en feiten naadloos in elkaar over laten gaan”.

Welnu, kranten zoals NRC hebben een redactie statuut waarin dat soort zaken wordt vastgelegd en waaraan journalisten zich dienen te houden. Ik geloof wel dat journalisten van die media zich daar in redelijke mate aan houden. Althans waar het de grotere gezag uitstralende artikelen betreft. Ik kan mij echter niet aan de indruk onttrekken dat zelfs in deze kranten kortere berichten worden afgedrukt waar de betrouwbaarheids controles niet voor 100% zijn toegepast.
Wat voor grote problemen zorgt, wat betreft de publieke perceptie van journalistiek, is dat wat wij ‘live’ zien en horen gebeuren op radio en TV. Persoonlijk vind ik de verslaggeving rondom de “val van Balkenende 2” daar een goed voorbeeld van.


Één voorbeeld. Mingele staat met Halsema vlak voordat de opgeroepen Zalm in de kamer aankomt. Opeens duikt Weissglas op, die voor de camera nog eens wil benadrukken dat er geen sprake is geweest van een VVD-top, maar dat hij daar aanwezig is geweest in zijn functie als kamervoorzitter. Hij mag uitpraten, dat wel. Maar daarna gaat het even makkelijk – tussen Mingele en Halsema – verder over deze "VVD-top". Zo ook in het volgende debat, waarop ook Zalm nog eens uitlegt waarom wie, en in welke hoedanigheid aanwezig is. De volgende dag lees je overal ook in de kranten en NOVA over een VVD-top.

Als dat journalistiek bedrijven is, dan zeker niet 100% volgens de betrouwbaarheids maatstaven. Feiten en fictie lopen al snel in elkaar over. Maar wat je vervolgens wel vaststelt is dat “Journalisten” op dat soort momenten vanuit hun “Heilig geachte betrouwbaarheidsplicht” – als alibi voor scoringsdrift – een ondervraging techniek hanteren waarbij “hoor en wederhoor” tot een lachwekkend spel verwordt. Als de journalist het gewenste antwoord niet hoort, wordt dezelfde vraag eindeloos opnieuw gesteld. Levert dat de gewenste response niet op, dan wordt er niet zelden afsluitend door de journalist afgesloten met dat wat hij had willen horen.

Dat is zeer ergernis wekkend. Met al die voorbeelden elke dag om ons heen, echt niet alleen op radio en Tv, is er geen enkele reden om burgerjournalistiek minderwaardig te bekijken. Vooral de kranten wereld geeft er echter telkens weer blijk van de wereld niet echt bij te kunnen houden. De ivoren torens zijn nog niet geslecht. De oplages dalen in het eerste kwartaal van 2006 wel weer dramatisch. Opletten dus heren, dat u straks niet voor uzelf aan het schrijven bent. Zoals ik en uw webloggende collega’s. Wie was het ook al weer…..”if you can not beat them, joint hem”. Al heel lang een probate strategie voor velen.

Geen opmerkingen: