woensdag, mei 31, 2006

Kranten zijn geen kranten meer?!

Cees Polman heeft er in april al voor gewaarschuwd.

Vanmorgen daverde de voorkant van de papieren Volkskrant mij toe: “ .nl “ . De volkskrant vernieuwt. Nou nee, haar Web publicatie. Helemaal 2.0! Zelfs TV hebben ze er al (Medy loopt dus achter de feiten aan). En om mogelijke verwarring met het papier te voorkomen een heel ‘crispy” adres: vk.nl. Natuurlijk wezen kijken. Kan niet anders zeggen. Ziet er super cool uit. Lekker leesbaar. Niet te onrustig. En dan Volkskrant 16.00. Een update op 4xA4 voor in de Metro tijdens de Spits.
Al net zo’n frisse heldere opmaak. Op schoon A4 papier leest dat lekker weg. Nog niet veel advertenties (2, 2 maal dezelfde) maar dat kan dus. Alleen dat kruiswoord ding op pagina 4. Ocharme, so uncool.

Maar goed. Wat heb ik te zeuren?

Nou, nee hoor. Die papieren voorkant van vanmorgen! Pagina 1 en 2. Het (hoofd) redactionele Pentagon van de krant. Zomaar misbruikt als advertentieruimte? Dat het bestaat! Reclame!! Een regelrechte doorbraak.

Nu voorzie ik toch nog wel weer wat kansen voor die oude papieren Moloch.

Als wij ten behoeven van onze belangwekkende producten en diensten deze pagina’s in de toekomst ook mogen gaan gebruiken. Dan kunnen wij kranten lezers, boven hun kopje thee, eens echt raken. Hebben wij helemaal geen TV meer nodig.

Hulde Pieter en overig redactie gremium!
Hoera (ja, als ik eenmaal enthousiast ben).

Eindelijk hebben jullie het licht gezien en is de waarde van deze pagina’s ten volle tot jullie doorgedrongen. Wat laat. Wie maalt daarom. Beter dan nooit.
In spanning wacht ik op de nieuwe tariefkaart.


Belangstelling voor alles dat groeit en Bloeit

Nog even terug naar de latste Adformatie (kan nog net, die van 26 mei).

Sympathiek stuk over het bedrijf Bloei. In de inleiding staat “Wij brengen creatieve oplossingen voor marktgroei en bloei. Nieuwe smaakjes verzinnen kunnen de meeste bedrijven zelf wel.”

Getroffen dacht ik terug aan de alarmerende items die ik elders in dit nummer aantrof en steunde “Nouuuuw” Want wat las ik op nieuwspagina 10? “Succes FMCG-innovaties vaak willekeurig”. En de conclusie van de studie die aan deze kop (?) ten grondsalg ligt luidt: “…het meerendeel van de bedrijven brengt weinig of geen structuur aan in het innovatieproces”. Auww.


En dan op pagina 2 in het hoofdredactioneel commentaar. “Adverteerders krijgen zoveel op zich af, Digitalisering, Narrow Casting, online, hij weet zich gewoon geen raad”. Gevolgd door de aansporing van LB aan ‘ons’, om snel te gaan bijdragen aan de broodnodige vernieuwing. Pffff.

Niet vergeten. De Effies. Tweemaal goud over 2005! Wel twee minder dan het jaar ervoor dat in één adem als exceptioneel goed wordt bestempeld. Twee Effies? Van goud. En negen troostprijzen. Hoeveel introducties zijn er niet geweest? Bij de AMMA worden er dan meteen kritische vragen gesteld. Maar dit is vakbreed het meest aanzien hebbende prijzenfestijn. Maar 2x GOUD! Treurig.

Wel Bloei, als het regent, dan groeit ‘het’ wel. Maar om er iets toonbaars van te maken is een hovenier hard nodig. Daar heeft Leon in ieder geval gelijk in. Ik ken er 1 in de Kwakel. Die heeft dit alles opgegeven, en legt zich nu toe op het echte werk. Gelijk heeft hij.

maandag, mei 29, 2006

Kranten op TV?


Toepasselijker kon het niet. De dag na Hemelvaart, lijken zich de “poorten” te openen voor dagblad uitgevers. Eindelijk, zo lees ik in de Volkskrant, kunnen PCM Uitgevers en de Telegraaf Media Groep zich binnen afzienbare tijd aan een eigen TV-station wagen.
Als het aan Staatssecretaris van der Laan ligt. Geheel terecht, vindt zij de huidige media wetgeving, die dat niet toestaat, uit de tijd. Nu speelt dit verhaal in diverse gradaties al een paar decennia. Het is ook nog lang niet zo ver.
Eerst moet haar voorstel door de ministerraad worden geloodst. Eerlijk gezegd verwacht ik daar niet zo veel problemen. Dat zijn de collega’s wel aan D66 verplicht. Zo langzamerhand. Maar dan moet het nog door de tweede kamer. Daar vindt Van der Laan ongetwijfeld Wouter Bos op haar pad. Laten wij wel wezen. Het lijkt er toch meer dan sterk op dat dit een poging is van Medy, om de Publieke Omroep zo niet frontaal, dan via de flank een dolkstoot toe te dienen. Nog meer commerciële TV-stations zijn vast moeilijk verdraagbaar voor het linkse deel van onze volksvertegenwoordiging. PCM, nu ja. Maar Telegraaf? Maar stel dat het in de Tweede kamer lukt? Dan wacht ook nog de Eerste kamer. Daar hebben ze een reputatie. Van uitstel en de lange baan. Nee, voorlopig zijn PCM en Telegraaf er nog niet. Zo schat ik in.

Is dat erg? Ja, zeg ik, van uit een overtuiging dat vrije markt werking in dit speelveld zijn gang moet kunnen gaan. Dat wat goed is komt meestal snel. De rest houdt het, zo leert de praktijk, dan nog een hele tijd uit.
Als je je zelf de vraag stelt: “wat gaat het dan opleveren?”, dan luidt het JA toch iets minder stellig. Wat valt er nu te verwachten van PCM en Telegraaf? De krant op beeldscherm? Die hebben wij immers al aan overvloed. Opinie TV? Nog meer Maarten van Rossum-deskundigen over ons scherm? TV-Privé als concurrent van RTL Boulevard? Ik vrees van wel. Televisie programma’s maken is een behoorlijk dure aangelegenheid. Dat is niet hetzelfde als zo nu en dan een programma maken en aanleveren bij publieke- of commerciële omroepen.
Kom op Alle, zo hoor ik u denken, niet zo negatief. Al die journalisten staan te popelen. Reikhalzend naar het BN stempel. Hmmm, riposteer ik. Sierlijk verwijzend naar de Adformatie van 26 mei. Daarin, op pagina 11, het beruchte rondje langs de velden over “de erfenis van Theo Bouwman”. Wat zegt Pieter Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant, daar over het aankopen van Radio Arrow (sic)?:

“De bedoeling is dat de Volkskrant op dit station nieuws gaat brengen. Leuk idee van Theo. Maar nader onderzoek (?) leert dat het helemaal geen nieuwszender is en ook nooit zal worden”.

Toen ik het vrijdag las kreeg ik een aanval van slappe lach die nog steeds niet is uitgewoed. Wat zou ik graag eens kennisnemen van dat onderzoek. Ook bracht het mij, als door het inslaan van de bliksem, tot het inzicht dat iedereen Van der Laan rustig haar gang kan laten gaan. Voorlopig maken die kranten jongens geen schijn van kans!




Nog deze zelfde morgen door Communicatienieuws gevraagd te reageren op de vraag "wat de Dagblad Uitgevers nu te doen staat". Je kan het hier lezen. ;-)

zondag, mei 28, 2006

John Philip Jones In Da Hilton


Het MWG organiseerde 24 mei een Masterclass bijeenkomst in het Hilton waar professor John Philip Jones een verhandeling gaf over effectiever adverteren. Sinds de publicatie van zijn bevindingen rond 1995- “How advertising works” - reken ik mijzelf tot een overtuigde volger van zijn conclusies.
Vanzelfsprekend wilde ik graag aanwezig zijn. In de hoop dat Jones nog wat nieuws te vertellen had. Maar dat viel tegen. Zijn verhaal was werkelijk “oude koek”. Wel met een lange houdbaarheids datum overigens. Het is zeker van toegevoegde waarde om de man zelf over zijn onderwerp te horen spreken. Wat dat betreft was het prettig te constateren dat er in Amsterdam ook een flink aantal adverteerders in de zaal zaten. Ik telde er 16 op een totaal publiek van ruim 50 geïnteresseerden. Wel jammer dat de hele grote fmcg adverteerders er niet waren. Vertegenwoordigers van Unilever en P&G zijn hopelijk in Rotterdam aanwezig geweest?

Het evangelie van Jones luidt onveranderd:
* Vermijdt concentratie(s) van reclame contacten
* Probeer wel je netto bereik te optimaliseren, en
* Streef dan naar zoveel mogelijk actieve reclame weken.
* Kan je het je veroorloven, schakel dan naast TV ook radio en/of print in. Dat zorgt voor een toename van effect dat hoger is dan bij meer TV contacten (in een week)

Niet onvermeld dient te blijven dat wanneer Jones het over “Ad-effects” heeft, dat hij dan doelt op “Sales”.

Jones is een bevlogen verteller. Het was jammer dat hij uiteindelijk een groot deel van zijn presentatie moest overslaan. Daar zaten misschien toch nog wat nieuwe dingen in verborgen. Alle aanwezigen krijgen de sheets van de presentatie nog toegestuurd, dus wie weet. Ook was het jammer dat deze opzet weinig tot geen ruimte overliet om de noodzakelijke nuances aan te brengen. Veel van wat Jones heeft gevonden is immers vooral geschikt voor “grote” adverteerders die zeer regelmatig adverteren en een langere reclame historie hebben. Daar ging het naar mijn gevoel ook even mis toen Jones bepleitte dat het geconcentreerde contacten denken (hij noemde expliciet 3+) toch vooral verlaten moest worden ten faveure van continuïteit in adverteren. Er zijn echter regelmatig momenten dat adverteerders hun boodschappen zodanig vernieuwen dat de consument eerst “even” te tijd moet krijgen om het goed tot zich te nemen. Te leren. Daar zijn op de korte termijn meestal wel meerdere contacten voor nodig. Hoeveel hangt af van hoe ingewikkeld de boodschap is, en hoe goed die creatief uit de doeken gedaan wordt. Na het leren is het vooral zaak het vergeten te voorkomen. Wij zijn immers niet alleen op de wereld. De concurrentie zit niet stil.
Ik pakte nog twee interessante punten uit het betoog van Jones op. Naar zijn zeggen is het niet logisch om je inspanningen te concentreren op je kern doelgroep. Zijn onderzoeken wijzen namelijk uit dat van de 100% kopers van en product 80% per definitie kiest uit meerdere beschikbare merken. De vraag uit de zaal hoe met deze problematiek om te gaan wanneer je budgettaire middelen begrensd zijn, werd naar mijn smaak niet afdoende beantwoord.

Het tweede punt betrof de vaststelling dat in de US 60% van de populatie verantwoordelijk is voor 92% van het TV-kijken. (Een additioneel pleidooi voor een multimedia aanpak). Nederland is qua heftig TV-kijken nog altijd een flink eind uit de buurt van de VS. Nog eens even vaststellen hoe die cijfers voor Nederland ook al weer precies liggen.

Alles overheersend is echter de oproep van Jones aan adverteerders, om toch vooral onderzoek te doen. Niet zo maar. Single source, het liefst. En op continue basis. Liefst wekelijks, anders zal de onvermijdelijke gladstrijker genaamd “het gemiddelde” de resultaten van relevantie ontdoen. Niet Singel-source gemeten? Geen nood. Maar het vraagt om econometristen en modellen om de data vergelijkbaar en interpreteerbaar te krijgen. Daarover ging het tweede deel van de masterclass, maar deze post niet.

Het was al met al een nuttige bijeenkomst. In de toekomst verdient het de aanbeveling om wanneer er sprekers van het kaliber Jones worden uitgenodigd, deze de gehele duur van de bijeenkomst ter beschikking te stellen. Dan komt er misschien ook meer gesprek tussen inleider en toehoorders op gang.

Muziek Maestro! Allen en Elvis doen het!

Op de dag 20 jaar en 11 maanden geleden kocht ik de plaat Southern Nights van Allen Toussaint. Aanleiding was een vlammende recensie in Oor een week eerder. Nooit eerder van de man gehoord. Dat het naamgevende nummer al weken lang een internationale hit was op naam van 'Rhinestone cowboy'Glen Campbell was in die tijd overigens bepaald geen aanbeveling voor mij. Die recensie heeft geen letter overdreven. Wat een fantastische plaat. Mijn eerste echte kennismaking met de New Orleans R&B. Toussaint bleek later heel wat belangrijker dan ik vermoedde. Zijn output aan platen in dit idioom is echter mondjesmaat. De bekendheid onder het grote publiek is dan ook zeer beperkt. Zo beperkt dat Southern Nights op CD nauwelijks verkrijgbaar is. Evenals zijn andere werk. Vooral anderen hebben enkele van zijn nummers de hemel in gezongen. Naast Glen waren dat de Pointer Sisters (Happiness, Night people), Robert Palmer en Little Feat.

Toen ik gisteren op internet zag dat mijn andere held Elvis Costello een cd met Allen heft gemaakt, moest ik natuurlijk meteen luistern. Een veelbelovende combinatie, maar niet te vroeg gejuicht. Immers, Costello vliegt tegenwoordig van de ene in de andere samenwerking. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die lang niet altijd goed uitpakt. Het hoog geprezen album met Burt Bacharach kon mij uiteindelijk toch matig bekoren.

Dit is een verslag van mijn eerste beluistering. Het album opent met ‘On your way down’. Zeker een nummer dat in mijn 'all time top 25' voorkomt. Het kent een definitieve uitvoering door little Feat (Lowell George), kort gevolgd door die van Allen zelf. Elvis blijft misschien te dicht bij het origineel en kan daar – begrijpelijk – niet veel aan toe voegen. ‘Nearer to you’ ken ik ook al, gezongen door Betty Harris. Dit gaat Elvis heel goed af. Overduidelijk is ondertussen de hand van Toussaint in arrangeren, zijn piano spel is onmiskenbaar, terwijl de band helemaal New Orleans is. Het 4e nummer ‘The sharpest thorn’, doet mij sterk denken aan de ‘Mighty like a rose’-periode. Ik begin te genieten.


En dan.

Dan neemt Allen in ‘Who’s gonna help a brother get further’ het overgrote deel van de lead voor zijn rekening. Ik loop vingerknippend en swingend door de kamer. Daarna gaat deze cd geen moment meer onderut. Langzame en uptempo songs wisselen elkaar af. Het volgende ‘River in reverse’ is rustig met een na 1 minuut licht onder de oppervlakte jagend piano lijntje dat – verwijzend naar Costello’s vroege werk – door niemand anders dan Steve Nieve kan worden gespeeld(?). Dit is echt intens! Overduidelijk is dat Costello zich zeer thuis voelt in deze setting. Nergens klinkt zijn zang geforceerd, zoals op veel output van het laatste decennium toch nog al eens het geval was. DIT is de beste Costello CD van de afgelopen 15 jaar!

De tweede en derde keer luisteren, bevestigen die conclusie. Vergeet alles wat er de afgelopen tijd over Costello is geschreven. Zelfs over de Bacharach samenwerking. Dit zijn Costello en Toussaint in topvorm. Een geschenk. Morgen naar de winkel en kopen (ik wel). En, vergeet niet waar je het gelezen hebt.

zondag, mei 21, 2006

AMMA verkiezing! Hulp gevraagd

Nog 1 keer de AMMA verkiezing.

Mindshare is gekozen tot Mediabureau van 2005. Wim van der Peet geeft commentaar (?) op Communicatienieuws. Ik heb zijn Opnie nu 2 keer doorgelezen.

Het begint zo'n beetje met de berusting dat hij gaat winnen. Het is leuk om te winnen. Hij is blij. Nuchter ook. Gewoon weer aan het werk, ondanks alle gestuurde felicitaties en tractaties de volgende dag. Dan kritich. De AMMA jurering is subjectief en flinterdun. Gebaseerd op slechts een paar A4-tjes.
Heel wat anders vergeleken met alle informatie die een Mediabureau tegenwoordig moet ophoesten als het mee doet aan een Pitch. Dat vraagt tot wel 100 keer zo veel papier. Wat zorgvuldigheid in dat proces suggereert. Meer, veel meer dan in het geval van de AMMA verkiezing. Een Pitch proces is professioneel. Een AMMA verkiezing is spielerei. Daar lijkt het op af te gaan.

Maar er volgt een onverwachte draai. De moeite en tijd die het Pitch proces vraagt, en dat Mediabureau's veel geld kost, leidt kennelijk tot schijn zorgvuldigheid. Want anders zou Mindshare immers veel vaker klanten winnen. Waarna het advies van Wim aan klanten, die het komend jaar wellicht een andere bureau relatie gaan overwegen, luidt: "voorlopig de professionele keuze van de AMMA (jury?) te volgen.

Wel, als deze Opinie van Wim ergens toe leidt, dan is het dat ik hem geheel niet kan volgen. Hij gaat alle kanten op. Stelt alles ter discussie. Adviseert?
Zoals de aanhef luidt: "Help".
Wat is dit?
Satire.
Zelfspot.
Sarcasme?

Ik hoop wel, en neem aan, dat de media adviezen van Wim en Mindshare duidelijker zijn. Anders lijkt de AMMA jury zich echt verslikt te hebben. En hebben de vorige jury's verder gekeken dan vier A4-tjes.


Illustratie met dank aan Nummer 14

vrijdag, mei 19, 2006

De beste mediastrategieen worden geschreven door reclamebureaus, en niet door mediabureaus


Zo agiteert Adformatie op haar online pagina.

"In vijf jaar Amma ging de prijs voor de beste mediastrategie drie maal naar een reclamebureau, niet naar een mediabureau. En ook bij de uitreiking vorige week gingen twee van de belangrijkste prijzen naar reclamebureaus, Van Walbeek en TBWA. Wat zegt dat?"


De uitslag was koud uitgesproken, of ik dacht al; “dat gaat gezeur opleveren zoals hierboven verwoord”.


En nee, daar hoef je geen ziener voor te zijn. Tsja, wat zegt dat? Bijvoorbeeld dat reclamebureaus er vanuit hun basiskunde beter in slagen om een ideetje te presenteren en verkopen dan mediabureaus? Klinkt lekker, maar doet Jan Knaap wel erg te kort. Hij is namelijk ongetwijfeld degene die verantwoordelijk is voor het twee maal winnen van de prijs in de afgelopen jaren. En Jan is natuurlijk een geslepen oud-media strateeg. Wat je wel mag zeggen is dat reclamebureaus, gezien het grote aantal prijzen festivals waaraan zij gewoon zijn deel te nemen, meer ervaring hebben dan mediabureaus. En dat dus ondanks het feit dat er in MWG verband nog een avond is georganiseerd om mogelijke inzenders (van mediabureaus) op het goede spoor te zetten.

Wat hier overigens lastig is, is dat de expliciete afwegingen van de jury en de feitelijk ingediende cases (totaal) niet inzichtelijk zijn. Als ik het goed begrepen heb zijn de uitgereikte prijzen niet unaniem verkozen, maar bij meerderheid van stemmen. Zou het dan niet nog inzichtelijker zijn als duidelijk wordt hoe de verschillende bloedgroepen binnen de jury’s hun stem uitbrengen?

Wat de mediastunt betreft. Het spijt mij wel, maar het is in het TBWA geval toch vooral een ideetje wat mooi uitgepakt is. Het is moeilijk voor te stellen dat het uitgangspunt van de briefing een budget van € 500 is geweest. De mediastunt in de ware zin van het woord was in mijn ogen de Red Bull Air Race. Ook veel, heel veel, publiciteit in de media, en 700.000 mensen op de been. Waarvan je er dan ook nog eens veel met het product in aanraking kan brengen. Wat is er gebeurd? Niet ingestuurd? Was er helemaal geen bureau (reclame of media) bij betrokken? Kortom, wat zegt dat?

Blijft wel overeind, dat het irritant is dat reclame bureaus kunnen weglopen met mediaprijzen. Maar goed, de eerste AMMA afleveringen kregen qua organisatie en presentatie veel kritiek. De laatste twee uitreikingen waren goed georganiseerd. Ik zeg dan ook: “het is een kwestie van ervaring”. Komt goed.


Oh ja. Beste lezers, doe mij een plezier en stem even op deze link op de bovenstaande Adformatie vraag: NEE!

zondag, mei 14, 2006

Multimediaal? Wat is dat dan?

De Adformatie van 4 mei wijdde er zowat een hele pagina aan. Het seminar Blognomics.
Ik had er in de verschillende fora al over gelezen. Er werd heel wat af gediscussieerd. Vooral over de bijdrage van “oude bekende” Willem Sijthof liepen de meningen uiteen en hoog op.


De kop van het Adformatie artikel luidde “Multimediale aanpak in de blogosfeer”.

Mijn interesse was direct gegrepen. Halverwege werd ik – zo gezegd – geraakt als door een hamer. Als men het in deze kringen over multimedialiteit heeft dan dien je dat te verstaan als “het aansluiten van traditionele media op internet”. En, dat biedt kansen voor marketing (crosspromotion), sales (meer omzet met lagere kosten) en redactie (verhoging van de kwaliteit van content). En dit is dus een citaat.

In een flits werd mij duidelijk dat ik, als traditionele mediamens, een volstrekt verkeerde interpretatie toepaste. Zo doe ik Peter Wiegman in mijn post van 10 mei enorm onrecht aan. Zijn constatering dat er bij de dagbladen heel duidelijk een multimediamachine op gang komt is volkomen terecht. Gebaseerd op de hier boven genoemde definitie. En ook moet ik mijn mening misschien wel bijstellen als het gaat om de MWG aan Tafel bijeenkomst over multimediaal of crossmediaal. (Nah, toch niet.)

Voor de zekerheid maar eens via Google opgezocht wat multimedia eigenlijk blijkt te zijn.
Wikipedia geeft een antwoord. Ik word er niet blij van. Lees.

De term multimedia wordt vooral gebruikt in relatie tot computertoepassingen waarin verschillende media worden gebruikt. In deze context zijn media geluid, muziek (mp3, MIDI), foto's, video alsook invoermedia als toetsenbord, aanraakscherm, joystick, MIDI-klavier enz.

Nog even verder gezocht. Definieer vervangen door definitie. En dan kom je als eerste terecht bij Dact Multimedia uit Barendrecht. Webdesigners. Zij verwijzen naar Getnetwise.org. In hun “Guide to internet terms” omschrijven zij multimedia als: “Information presented in more than one format, such as text, audio, video, graphics, and images” Qua dragers, zo stelt Dact, zijn CD/DVD en internet het meest bekend.

Wie was het ook al weer? Van “zijn zij nu zo geniaal of ben ik zo wijs”. Het is in ieder geval het zoveelste bewijs dat de Blogosfeer uit een stel shoegazers van de ‘Hors Categorie’ bestaat. Een navel met de afmeting van een enorme vulkaan krater. En van daar uit wordt de hele wereld opnieuw gedefinieerd. Traditionele media mogen zich aansluiten!
Het trieste is dat vertegenwoordigers van de traditionele media ondertussen zo geïndoctrineerd zijn door deze niet aflatende intimidatie, dat de beste Hans – NOS – Laroes op het seminar stamelt dat “het denken in massapubliek sowieso niet meer van deze tijd is". En dan, aanhakend op het seminar thema, laat hij er stiekem op volgen; “Al zou dat commercieel een probleem kunnen zijn".
Gaat er een verzetsheld schuil in Hans? Opgelucht vergeef ik hem het er op volgende “Maar misschien ligt daar dan juist wel een rol voor de Publiek Omroep".

Ik leun achterover en denk “ik ben niet alleen in deze Blogmos”.

donderdag, mei 11, 2006

De Revival van “Sex sells”?

Het ontkennen er van is het ontkennen van ons bestaan. Uit politieke correctheid is het reclamebeeld ontdaan van de meeste “er met de haren bij gesleepte voorbeelden”. Die van de verleidelijke vrouw op de motorkap van een stoere auto is een archetype. De nieuwsbrief van de Sanoma Men’s Magazines (wij kennen mannen als geen ander) plaatst een opwekkende link naar een bericht dat is overgenomen van Algemeen Dagblad.nl (Hé!).

Hieruit blijkt dat modewinkels, met een afdeling mannen kleding, er goed aan doen om vooral vrouwelijke verkoopsters te selecteren op aantrekkelijke uiterlijke aspecten. Deze vrouwen een cursus flirten te laten lopen (sic). En, ze vervolgens te verplichten het aangeleerde in combinatie met het uitbundig benutten van het uiterlijk te gebruiken als middel om mannen geld uit te laten geven. Vooral jonge mannen (tot 24 jaar) zijn een makkelijke prooi. Bijna 30% laat het geld rijkelijk vloeien, smeltend voor de charmes(!) van dergelijke verkoopsters.

In deze tijden van economische behoudzucht en somberende consumenten met de hand op de knip is alles geoorloofd. Dus allee, terug ook met die vrouwen op de motorkap! Maar.......


Ik heb het nog niet opgeschreven of nieuwe tegen argumenten spoelen over het scherm. De Adrants Daily meldt een te publiceren studie, waarin zou worden aangetoond dat Sex toch niet altijd verkoopt. We kunnen nog geen kennis nemen van de inhoudelijke argumentatie, maar op voorhand ben ik wel bezorgd over de mededeling dat het onderzoek gebaseerd is op “200 college students”. Die wilden de professoren vast niet voor het hoofd stoten? Ik sluit mij ongeacht de “hardheid” van dit onderzoek graag aan bij de Adrants afsluiter:

“We hope everyone ignores the study”

woensdag, mei 10, 2006

Van veren, pluimen en andere waardering

Op de grote dag van de AMMA uitreiking, het jaarlijkse hoogtepunt in Media Werk Groep verband, blijkt maar weer eens dat de reclame wereld echt niet alleen staat in haar momenten van (zelf) verheerlijking.

Zo doet het veel genoegen om te vernemen dat het onvolprezen Fabchannel.com over enkele dagen een Webby Award in ontvangst kan gaan nemen. Voor het perspectief; de New York Times trekt een analogie met de Oscars, of wel onze eigen Gouden Kalveren. Hulde! Als er een site is waar je muzikaal beeld en geluid op een prima manier kan (her-) beleven, dan is het hier. Volstrekt terecht. Die award. Hier vindt je wat je nergens anders vindt in deze kwantiteit en vooral ook kwaliteit. Er kon wereldwijd gestemd worden, dus van twijfel kan geen sprake zijn. Nog los van alle eerder gewonnen prijzen. Trouwe lezers van Alleswereld wisten dit natuurlijk allang, en de prominente link hier links laat ook niks te raden over. Zo!

Ook het jaarlijkse webwereld krantenonderzoek heeft vanzelfsprekend een winnaar. Een beetje verrassend is het wel. Namelijk het AD! Winnaar op basis van het aantal bezoekers! De vraag dringt zich onherroepelijk op. Zouden dit al die mensen zijn die hun abonnement op de papieren versie de afgelopen tijd hebben opgezegd? Volgens Peter Wiegman (o.a. Stir) wel. Hij stelt “..In papier is geen droog brood meer te verdienen….”. Maar hij gaat dan verder: “…en dus zoeken uitgevers allerlei kanalen om lezers voor zich te winnen, zowel online als offline. Er is heel duidelijk een multimediamachine op gang gekomen.”

Er is HEEL duidelijk een multimediamachine op gang gekomen.

Ik heb HEEL duidelijk iets gemist dat Peter heeft waargenomen.

Aan de ene kant verbaast het mij niet. Want Peter plaatst het papieren dagbladhoofd dat hij eerst – als verdienmodel – van de dagblad romp afslaat, er in de volgende zin weer even gemakkelijk op. Waarom zou je iets waar je geen geld mee verdient in stand houden? Als commerciële organisatie. Om mensen de online weg te wijzen? Dat lukt immers niet. Dus waar komt die synergie dan vandaan, die de multimediamachine aan de gang houdt?

Voor een goed begrip, ik heb niks tegen een dergelijke machine. In tegendeel. Maar ik vind dit wel het zoveelste voorbeeld van opportunistische zendingsdrang van een betrekkelijk klein groepje mensen dat bezig (b)lijkt de mediawereld in versneld tempo te laten kantelen. Dat lijkt op eigenbelang. Laat u niets wijs maken! Er gebeurt van alles. Maar niet alles is even relevant. De mediawereld verandert continue. Van rigoureuze revoluties is echter geen sprake.

dinsdag, mei 02, 2006

Communicatienieuws Forum 2 mei 2006: 600.000 weblogs

Plots blijk dat 600.000 mensen in Nederland een weblog bijhouden. Wat is de betekenis hiervan voor adverteerders en media-exploitanten?


Alle Wijmenga, media director bij Media Planning:

's moeilijk. Iets eerder werd al gepubliceerd dat er wereldwijd iedere seconde iemand een weblog opstart. In dat perspectief vind ik 600.000 weblogs in Nederland licht teleurstellend.

Belangrijker vond ik dat in dat stukje in één adem door werd gemeld dat die logs het gemiddeld 3 maanden uithouden. En dan hebben we het nog niet gehad over de inhoud van die logs. Vakantiefoto's en andere albums, familiebijeenkomsten en meer - vooral - persoonlijke behartenswaardigheden. Leuk, maar vooral voor jezelf. Kortom, dat getal van 600.000 heeft beperkte betekenis. Naar mijn mening.

Dat geldt echter niet voor die pakweg 1000-2000 blogs die in een informatie- en/of community behoefte voorzien. Dat vraagt behoorlijk wat tijd van de betrokkenen en geïnteresseerden. Tijd die vast ten koste gaat van media. Van traditionele media, off-line. Maar DAT wisten wij toch al lang. Deze blogs zijn ondertussen behoorlijk professioneel. Je kunt er dan ook adverteren! En daar hebben wij dan weer de gespecialiseerde online media adviseurs voor. En dadelijk - hopelijk - ook STIR.

Ogen open dus, maar geen paniek.'

Enige discussie ontstond op: http://www.marketingfacts.nl/berichten/20060502_600000_weblogs_en_wat_nu/