woensdag, mei 10, 2006

Van veren, pluimen en andere waardering

Op de grote dag van de AMMA uitreiking, het jaarlijkse hoogtepunt in Media Werk Groep verband, blijkt maar weer eens dat de reclame wereld echt niet alleen staat in haar momenten van (zelf) verheerlijking.

Zo doet het veel genoegen om te vernemen dat het onvolprezen Fabchannel.com over enkele dagen een Webby Award in ontvangst kan gaan nemen. Voor het perspectief; de New York Times trekt een analogie met de Oscars, of wel onze eigen Gouden Kalveren. Hulde! Als er een site is waar je muzikaal beeld en geluid op een prima manier kan (her-) beleven, dan is het hier. Volstrekt terecht. Die award. Hier vindt je wat je nergens anders vindt in deze kwantiteit en vooral ook kwaliteit. Er kon wereldwijd gestemd worden, dus van twijfel kan geen sprake zijn. Nog los van alle eerder gewonnen prijzen. Trouwe lezers van Alleswereld wisten dit natuurlijk allang, en de prominente link hier links laat ook niks te raden over. Zo!

Ook het jaarlijkse webwereld krantenonderzoek heeft vanzelfsprekend een winnaar. Een beetje verrassend is het wel. Namelijk het AD! Winnaar op basis van het aantal bezoekers! De vraag dringt zich onherroepelijk op. Zouden dit al die mensen zijn die hun abonnement op de papieren versie de afgelopen tijd hebben opgezegd? Volgens Peter Wiegman (o.a. Stir) wel. Hij stelt “..In papier is geen droog brood meer te verdienen….”. Maar hij gaat dan verder: “…en dus zoeken uitgevers allerlei kanalen om lezers voor zich te winnen, zowel online als offline. Er is heel duidelijk een multimediamachine op gang gekomen.”

Er is HEEL duidelijk een multimediamachine op gang gekomen.

Ik heb HEEL duidelijk iets gemist dat Peter heeft waargenomen.

Aan de ene kant verbaast het mij niet. Want Peter plaatst het papieren dagbladhoofd dat hij eerst – als verdienmodel – van de dagblad romp afslaat, er in de volgende zin weer even gemakkelijk op. Waarom zou je iets waar je geen geld mee verdient in stand houden? Als commerciĆ«le organisatie. Om mensen de online weg te wijzen? Dat lukt immers niet. Dus waar komt die synergie dan vandaan, die de multimediamachine aan de gang houdt?

Voor een goed begrip, ik heb niks tegen een dergelijke machine. In tegendeel. Maar ik vind dit wel het zoveelste voorbeeld van opportunistische zendingsdrang van een betrekkelijk klein groepje mensen dat bezig (b)lijkt de mediawereld in versneld tempo te laten kantelen. Dat lijkt op eigenbelang. Laat u niets wijs maken! Er gebeurt van alles. Maar niet alles is even relevant. De mediawereld verandert continue. Van rigoureuze revoluties is echter geen sprake.

Geen opmerkingen: